Vroeger was het normaal dat de man werkte en de vrouw 'huisvrouw' was. Totdat in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw vrouwen ontdekten werken buitenshuis ook best leuk kon zijn. Inmiddels is het dan ook heel gewoon dat vrouwen een betaalde baan hebben en dat ze zelf kunnen kiezen hoe ze het zelfverdiende geld besteden. Dat heet economische zelfstandigheid.
Hoewel er in de loop van de jaren dus héél wat veranderd is, lijkt de tijd soms ook stil te hebben gestaan. Het is namelijk nog steeds zo dat vrouwen minder pensioen krijgen dan mannen. Deze vergelijking is wel te verklaren; Vrouwen werken vaak minder jaren in hun leven dan mannen. En hoe minder je werkt, hoe minder pensioen je opbouwt. Uit onderzoek is gebleken dat gemiddeld de vrouw 40% minder pensioen heeft dan een man.
Verder kennen wij In Nederland 3 pijlers van pensioenen:
1. De AOW
2. Werkgeverspensioen
3. De pensioenopbouw in eigen beheer
– Lijfrente
– Banksparen
Op de AOW-uitkering heeft iedere Nederland vanaf zijn 67e jaar recht op. Bij migranten-vrouwen wordt de hoogte van een AOW-uitkering op een andere wijze bepaald. Het werkgeverspensioen bouw je op wanneer je in loondienst bent. Maar wanneer de vrouw niet altijd fulltime werkt of tijdelijk geen werk heeft, bouwt zij veel minder op in pijler 2, ofwel het werkgeverspensioen. Daarnaast beïnvloed het aantal kinderen ook nog de hoogte van het pensioeninkomen van de vrouw.
De laatste pijler van de pensioenen is de pensioenopbouw in eigen beheer. Banksparen en lijfrente zijn twee verschillende wijze waarmee je je pensioen kunt aanvullen. Wel spaar je met beide manieren een bepaald bedrag op een gesloten rekening. Toch zijn er enkele verschillen tussen de lijfrente en banksparen, bij banksparen spaar je namelijk bij de bank en bij de lijfrente bij de verzekeraar. De grootste verschillen tussen deze twee zijn: Banksparen kan maximaal 30 jaar en een lijfrenteverzekering heeft geen maximale looptijd. Daarbij erven de nabestaande bij overlijden het overige gespaarde bedrag van de banicaire lijfrente. Bij een lijfrenteverzekering stopt de uitkering direct als u overlijdt. Uw kinderen hebben dus geen recht op uw lijfrenteverzekering.